- Gepubliceerd: dinsdag 18 mei 2021
- Geschreven door Hilde Tuijt
Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin. Ik heb snaaizin….
Ben je al afgehaakt met het lezen van deze blog? Ja, het zijn natuurlijk maar een paar woorden. Een paar woorden die ik zo’n 20x herhaal. Waarom doe ik dit? Ik laat mijn snaaizin inderdaad maar enkel woorden zijn.
Meer dan dat is het immers niet. Dat ervaarde je wellicht zelf net ook na het lezen van deze 20x “Ik heb snaaizin”. Ga je nu serieus tellen hoe vaak het er staat? Mijn snaaizin is na die 20x vertrokken, dat snap je… De kracht van volhouden. De uitdaging aan gaan met mijn mind. De gedachten slechts woorden laten worden. 20x hardop zeggen, niet meteen achter elkaar. Geef de uitdaging tijd.
Dit is mijn (simpele) manier om afstand te nemen van mijn gevoel van “snaaizin” of van mijn gedachten dat ik zin in iets heb. Deze zin is dan natuurlijk wel zin in iets lekkers: chocola, een koekje, spekkies, nog een koekje, taart, … Zou ik zin hebben in een appel, dan is het: “Ik heb zin in een appel”. Ja of nee? Ja, dan eet ik hem. Nee, dan eet ik hem niet. Daarna is de appel uit mijn gedachten. Wat maakt het dan dat het zo moeilijk is om afstand te doen van lekkers in je brein? Dat blijft maar in het hoofd rond zingen. Het beheerst je dag. Het beheerst je humeur. Dat doet een appel niet. Dat doet lekkers wel. Fascinerend, toch?
Vanmorgen… Ik wilde een staart in mijn haar doen voor het hardlopen. Stond er één eigenwijze krul recht omhoog op mijn hoofd. “Een BAD HAIRDAY?!”. Ik probeerde op alle mogelijke manieren hem plat te krijgen. De pluk werd steeds eigenwijzer. Had ik wel alles geprobeerd om het plat te krijgen? Misschien had ik niet alles geprobeerd. Ik had toch ook de schaar kunnen pakken? De schaar pakken? Had gekund, wel erg rigoreus. Nog meer tijd verspillen in wat ik had kunnen doen met die ene pluk? Mijn hele dag laten bepalen door die ene pluk? Niet meer gaan hardlopen, omdat dat toch geen zin meer had…? Schuldgevoel dat ik niet ben gaan hardlopen, de hele dag door. Gisteren ook al niet. Morgen dan ook maar niet… En dan ook nog snaaizin krijgen…
Die eigenwijze pluk zou me toch een partij macht over me krijgen. No way, dus!
Simpelweg accepteren dat het vandaag zo’n dag is. Lekker eigenwijs. Prima. Ik ging naar buiten. Stond ik te wachten tot mijn horloge GPS had gevonden. Ik vond het koud. Naar binnen voor jasje. Weer naar buiten. Nog geen GPS. Wel heel koud. Weer naar binnen. Ik deed een muts op. Goedgemutst ben ik lekker een stukje gaan hardlopen. En… o ja, mijn eigenwijze pluk zat ook verstopt onder mijn muts. Het loste zichzelf uiteindelijk op. Terwijl had ik toegegeven aan die pluk…………
Vanmorgen… Ik werd wakker. Lekker hardlopen was mijn eerste gedachte, zoals je hier boven ook al kon lezen. Een rommeltje is hoorbaar in mijn buik. Honger? Heb ik honger? Ik loop het lekkerste op een nuchtere maag. Moest ik iets eten? Echt waar? Ik was van plan om een niet al te groot rondje te lopen. Het was nog lekker vroeg. Als ik eerst wat zou moeten eten, dan wordt alles al weer later, want dat moet het eten eerst zakken. Ik bevestigde het gevoel dat ik honger hoorde, maar ik handelde er niet naar. Ik wilde mijn bed uitrollen en meteen het rondje lopen. Dus dat ging ik doen. Mocht ik nou echt meer last krijgen van dit hongergevoel dan kon ik het rondje altijd inkorten. Ik kwam terug van mijn rondje. Lekker gelopen en niet ingekort. Geen last van het hongergevoel meer gehad. Sterker nog: het hongergevoel was verdwenen. Dus het was toch geen “echte” honger, terwijl het er wel sterk op leek toen ik vanmorgen wakker werd. Toen heb ik mijn ontbijt maar helemaal over geslagen en bij de lunch een extra “toetje” gegeten. 2 vierkante crackers met Schuddebuikjes. Heerlijk. Dat ik kies om mijn ontbijt over te slaan, zegt niet dat ik weinig eet.
Absoluut niet. Ik handel alleen niet altijd naar mijn hongergevoel. Of juist wel. Als er geen hongergevoel is dan kies ik er dus ook wel eens voor om niets te eten.
Hoe goed ken jij je hongergevoel? Het hongergevoel is, denk ik, vergelijkbaar met de huiltjes van een baby. Dat brengt in het begin onzekerheid met zich mee en het brengt een stukje stress met zich mee. Een baby heeft verschillende huiltjes. Die moet je leren kennen. Dat kost tijd. Bij het ene huiltje denk je: “die laat ik nog even liggen” en bij het andere huiltje schiet je omhoog. Daar ligt geen gebruiksaanwijzing voor klaar, die ontwikkel je zelf door dat je dingen begint te herkennen. Daar zitten geen vaste tijden op, want dat zou het zoveel makkelijker maken. Dus ga ook je eigen gebruiksaanwijzing mbt je hongergevoel ontwikkelen. Leer je hongergevoel kennen. En dan nog weet je het niet altijd zeker…
Je mag je brein af en toe best een beetje uitdagen. Dat betekent niet ‘ALLES of NIETS’. Dat betekent keuzes maken. Dat betekent in acht nemen wat je wil. Je mag het soms best een beetje moeilijk hebben.