Schakel javascript in om dit formulier in te dienen

IK GING HET WEER AAN!

Afgelopen zondag (06-11) liep ik de marathon van Terschelling: de Berenloop. Had ik niet een paar weken geleden de marathon van Amsterdam gelopen? Ja, dat klopt. Die liep ik voor mijn vriend. Deze zou ik voor mezelf gaan lopen. Ik had immers weer opties. Optie 1: ik kon niet starten. Deze optie verviel, want ik had er enorm veel zin in. Optie 2: ik zou kunnen uitstappen. Optie 3: ik zou het hardlopen kunnen afwisselen met wandelen. Er stond niets op het spel. Om een PR-tijd was het me niet te doen. Ik hoefde niemand iets te bewijzen (inclusief mijzelf niet). Ik wilde zoals altijd gewoon lekker hardlopen.

Het “riedeltje” om te besluiten om het te gaan doen, is voor mij standaard: “Wat wil ik? Wat wil ik echt? Wat is het me waard? Ik kan ongemak verdragen.” Dit pas ik toe op vrij veel dingen in mijn leven. Mijn antwoorden waren: “Ja, ik wil heel graag de marathon lopen op een eiland. Dat lijkt me fantastisch. Ja, het wordt zwaar. Ik ben fit en niet per definitie goed getraind voor een marathon. Dus ik ga goed luisteren naar mijn lichaam. Het is me niet waard om over mijn grenzen te gaan. Lichamelijk. Mentaal mag ik het zwaar en ongemakkelijk hebben.”

Het begon allemaal aan het begin van dit jaar. Een impulsieve gedachte. Ik had wel weer zin om een marathon te gaan lopen. In 2019 liep ik mijn eerste (en enige tot dan toe) de marathon van Rotterdam. Nieuwsgierig naar deze blog? Klik hier. Mijn vriend, Jeroen-Pieter zou Amsterdam gaan lopen in het najaar. Op mijn marathonverlanglijstje stond de Berenloop van Terschelling. Ik word zó blij van de eilanden. In mijn agenda noteerde ik de datum van inschrijving. Een paar maanden later zat ik er klaar voor. Of liever gezegd, Jeroen-Pieter zat er klaar voor. Ik had een THT-training staan. Aangemeld. Bevestigd. Mijn eerst volgende gedachte: “Kan ik dit wel?”

Ik ben een intuïtieve loper. Ik weet praktisch nooit waar en hoe veel kilometer ik ga lopen. Ik laat het over aan het moment. De datum van de Berenloop kwam steeds dichterbij. Inmiddels was het duidelijk dat Jeroen-Pieter, de marathon van Amsterdam niet kon lopen. Zou ik deze omzetten op mijn naam? Dan kon ik die als lange afstandstraining doen. Goed plan. Nog steeds nauwelijks lange afstanden gemaakt. Ik nam er de tijd niet voor of ik had er de tijd niet voor. Dat is zo’n typisch vraagstuk wat ik mezelf geregeld af vraag… Voer voor een andere blog. Intuïtief liep ik op een gegeven moment een 27km. Ik liep heerlijk. Tot kilometer 27 waar ik echte blijheid ervoer dat ik thuis was. Daarna liep ik weer vooral 5 en 10 kilometers. Ik voelde me desondanks topfit door al mijn THT-trainingen die ik met anderen deed. Een basisconditie had ik wel en sterk was ik ook!

Op een gegeven moment dacht ik: “nu moet ik toch echt een keer aan die 30 kilometer geloven, want anders kan ik Amsterdam wel op mijn buik schrijven.” Terschelling was inmiddels al uit mijn systeem gewist. Ik zou Amsterdam gaan lopen voor Jeroen-Pieter. Ik wilde ervaren wat hij zo mooi vond aan deze marathon. Die 30km training was hels. De laatste kilometers moest ik het hardlopen afwisselen met wandelen. Ik ging stuk op alle vlakken. Mentaal de grootste strijd… Ik liet me uiteindelijk ophalen door Jeroen-Pieter met de auto. Ik kon niet meer. 

Met dit als laatste ervaring liep ik op 16 oktober 2022 naar de start van de marathon van Amsterdam met nog zo’n 18.000 andere deelnemers. Ik stond daar, want ik had immers verschillende opties: niet gaan, uitstappen of hardlopen afwisselen met wandelen. Dat gaf rust en voldoende vertrouwen om in ieder geval te starten. Lees vooral deze blog…

Amsterdam liep ik uit. YES! Het voelde aan alle kanten anders dan die van Rotterdam. Deze marathon was echt voor mijn vriend. Pure emoties, kracht en in gedachten bij hem. Mentaal kwam van alles voorbij. “Een krankzinnig plan & I made it”. Trots op mezelf en op Jeroen-Pieter voor deze megaprestatie. We waren het aan gegaan. Ik die 42,2km en hij de confrontatie met 18.000 lopers waar hij tussen had moeten lopen. Ik herstelde goed en het begon meteen te kriebelen… Zou ik dan toch de Berenloop gaan lopen?

Helaas… Te laat. Geen boot meer te krijgen op die zondag. Geen hotelkamer beschikbaar voor dat weekend… Jammer. Ik verheugde me er zelfs op. Ik zou immers weer mijn opties hebben. Zonde. Tot er ineens toch een kamer beschikbaar was in hotel de Walvisvaarder. We boekten van zaterdag t/m maandag. De boot vastgelegd voor zaterdagmiddag heen en maandag met de eerste boot terug. Fietsen alvast gehuurd bij Fietsverhuur Zeelen. De pizzeria gereserveerd. BAM! We zouden gaan!

Daar waar ik Amsterdam stil hield voor anderen, vertelde ik nu wel als het zo uit kwam dat ik de marathon op Terschelling ging lopen. Ik had het ook in mijn laatste alinea beschreven van mijn vorige blog. Het mooie was dat ik totaal geen extra druk voelde. Ik ging het weer voor mezelf doen en elke optie is oké.

Zaterdag na 1 THT-training tassen gepakt en vertrokken. De boot van 13.05u. Nog even langs de AH in Harlingen voor mijn spelttwister wat ik het liefste eet voor een marathon (kan ik dit zeggen na 2 marathons…) Nou ja, “dat krijg ik weg”, zal mijn achterliggende gedachte zijn geweest. Uitverkocht. Ach, het zou met deze marathon toch volledig anders gaan vanwege de start om 12u! Tussen 12-17u een tijd waarop ik zelden hardloop… De boot op. Heerlijk, we waren op weg.

Een sprong in de tijd. Inmiddels had ik het marathonshirt gescoord, de barre fietstocht van 9km gehad en waren we bij ons hotel in Lies gearriveerd. Het was overal druk. Gelukkig hadden we gereserveerd bij Isola Bella op West-Terschelling. Dus wij naar de pizzeria, weer zo’n 6km fietsen met regen en dikke tegenwind. Zwaar. We waren op tijd en konden ook mooi op tijd weer terug om goed mijn slaap te pakken. Nog steeds regen, maar wel wind mee. Slapen was lastig met gezonde spanningen. Volgende morgen. Yes! Ik had er zin in. Ontbijten. Gelukkig heb ik geen moeite met ontbijtbuffetten. Ik eet waar ik zin in heb en/of wat ik nodig heb. Ik kreeg vrij gemakkelijk mijn boterhammen weg. Gelukkig, met die rare starttijd moest ik wel goed eten vantevoren. Het suikerbrood lachte me toe en ik lachte vriendelijk terug. Dat was brandstof die ik niet nodig had. Het weer was slecht. Zal het blijven regenen? Wat is de windkracht? De Berenloop is niet voor niets éen van de mooiste en zwaarste marathons van Nederland…

Los van elkaar gingen we naar de start. Ik met de bus. Mijn vriend met de fiets, want dan kon hij me op verschillende plekken spotten. De regen kletterde tegen de busramen aan. Jeroen-Pieter was al doorweekt voor het allemaal begon. Het was al zó koud bij aanvang… We namen afscheid. “Ik zie je”. Ik ging niet meer naar de Dixie. Ik moest er niet aan denken om met die koude handen mijn broek naar beneden te doen. Hopelijk kreeg ik er geen spijt van dat het dan op gegeven moment toch door mijn hoofd zou kunnen gaan spoken.

Die ochtend in het nieuws: “Gevonden lichaam op strand Terschelling is 49-jarige man die was vermist na bootongeluk”. “De Berenloop op Terschelling (bestaande uit een hele en halve marathon) brengt zondag een recordaantal deelnemers aan de start: iets meer dan 5000”.  In het startvak een druk gekakel van (licht) gespannen mensen. Mijn tanden klapperden van de kou. Tot het moment vlak voor het startschot. We namen een moment stilte in acht voor de gevonden man en zijn nabestaanden. Een indrukwekkende stilte. Het startschot. We gingen los. Ik ging het weer aan!

Ik liep lekker. Ik raakte in gesprek met een ultrarunner. Ik liep Amsterdam 3 weken geleden. Hij vorig weekend een 50KM-trail. Verschil mag er zijn. Het regende. Het waaide hard. Ik kon alleen maar denken: “wauw, ik loop de Berenloop”. Ik wilde indien mogelijk wel het strand halen. Dat was mijn focuspunt. Ik word zo blij van hardlopen op het strand! Dat zou ongeveer bij kilometer 33 zijn. Bij kilometer 36 zouden we het strand dan weer verlaten en tja, dan was het “nog maar” een kleine 7km. Ik gaf natte highfives aan kids langs de kant. Ik spotte Jeroen-Pieter geregeld. Klik foto en dan kwam hij weer voorbij fietsen. Ik bedankte de mensen bij de stands met water, cola en energy, en nam niets. Ik had het niet nodig. Af en toe knalde er lekkere muziek uit een geluidsbox. Het was een feestje. Voor de mensen langs de kant was het ook een prestatie om met dit weer te staan aanmoedigen.

De dorpen uit. De duinen in. Zoals de Leeuwarder Courant later zou koppen: “in de door wind en slagregens loodzware Berenloop-marathon op Terschelling”. Ik kreeg het kouder. Ik liep mijn eigen “race”. Ik liep stukken solo en soms sloot er een groepje achter mij aan die me vervolgens inhaalden. Op een gegeven moment lukte het Jeroen-Pieter om een stukje met me mee te fietsen. “We doen het samen”, zei hij. Een hartsprongetje. We kletsten wat. Allebei zeiknat. “Ga maar naar het hotel”, zei ik, “warm op, ik pak bij de finish zo snel mogelijk de bus naar jou”. Ik straalde duidelijk vertrouwen uit, want ik had het over het halen van de finish terwijl ik net over de helft was… Ik voelde me nog steeds goed. Al kreeg ik het wel steeds kouder. Jeroen-Pieter ging naar links. Ik naar rechts. Ik bleef nog steeds hardlopen. Niets was te vergelijken met Amsterdam. Een onverwachte aanmoediging van een oud-collega. Toen bij Midsland het strand op. Een flinke klim en bovenaan trof ik een vriendin die de dag ervoor de 10km had gelopen. Een high10 en door. Het strand op. Inmiddels waren de hele marathonlopers vermengd met de halve marathonlopers. Een verpakt compliment dat ik kreeg van een mede-hele-marathon-loper: “je loopt nog zo fris jij doet zeker de halve marathon”. Nee, ik liep de hele en ik had er lol in!

Op het strand was het zwaar. Ik kon het niet meer winnen van de kou. Ik bleef hardlopen. Gelukkig waren er tussen de zandduinen door glimpen op te vangen van de zee. De zee die nauwelijks herkenbaar was en qua kleur overging in de lucht. Klimmetje omhoog door het mulle zand. Dat moment dat je voeten weer steen onder zich voelen. Nat tot op het bot. Een motor die onverwacht achter ons toeterde. Ik maakte een sprongetje van schrik. “Reanimatie” roept de man achterop de motor. Even later sirenes. Andere kippenvel en de vingers in de oren. “Sterkte, onbekende jij”. Verwarring. Een groepje ging links en een deel ging rechts… Werden de halve en de hele marathon gesplitst? “Nee, gewoon doorlopen, weet ik nog van vorig jaar” riep iemand achter me. De laatste 2km. Een man met muziek die ik wilde bedanken. Wat er uit mijn koude kaken kwam, klonk anders dan ik in mijn hoofd had bedacht. Ik was er bijna. Ik had geen idee van tijd. Ik kon al vanaf kilometer 30 niet meer op mijn horloge kijken. Ik kreeg mijn mouw niet over mijn horloge geschoven door de koude handen en polsen die ik had.

Over de finish! Een houten marathonmedaille. Een schreeuw: “Hilde”. Jeroen-Pieter nam me in zijn armen. Hij was opgewarmd in het hotel om vervolgens met de bus toch naar de finish te komen. Hij wilde me zien finishen. Hij zou me bijna hebben gemist, want de tijden die we de dag ervoor hadden bedacht waren niet de juiste. Ik ging sneller. Sterker nog. Dit was mijn snelste marathon van de 3. Een PR, serieus?! 4.02.19 netto-tijd. Zo koud! Ik kreeg een goud-zilveren foliedeken van een vrouw. “Jij ziet er uit dat je er wel eentje kan gebruiken”. De bus genoot mee van mijn geklapper. Het folie om mijn lichaam ritselde als een gek door mijn geshake en mijn tanden kon ik niet stil houden. Het ging heel goed met me. Ik had het alleen heel erg koud.

Ik heb de Berenloop gelopen. Wauw! Ik ben trots op mezelf. Had je me aan het begin van dit jaar gezegd dat ik 2 marathons in 3 weken zou lopen… Ik had het niet eens kunnen verzinnen.

Nieuwsbrief

contact

  • Westerwoldestraat 29, 9405GA, Assen
  • + 31 6 44 25 27 99
  • KvK: 69416567
  • BTW: NL002155119B25
  • IBAN: NL26RABO0146843231